De officiële opening van het jongste ViaVia reiscafé op Bali was een ideale gelegenheid om te polsen naar de toeristische stand van zaken op het “eiland der goden”. De terreuraanslagen in Kuta en ook de Coronacrisis hebben het toerisme op Bali niet kunnen fnuiken. Integendeel: maand na maand worden recordaantallen toeristen verwelkomd. Maar net dát doet locals vrezen voor het spook van overtoerisme, zo kon Travel Like A Pro zelf ter plaatse constateren.

Op de luchthaven van Denpasar heerst een broeierige drukte, een voorbode voor de plakkerige najaarshitte die we de komende dagen op dé hotspot van het Indonesische toerisme zullen ervaren.

Het valt al snel op dat het behoorlijk druk is (geworden) op het mythische eiland: Bali telt intussen zo’n 4,5 miljoen inwoners en meer dan driekwart van de locals zijn op een of andere manier actief in het toerisme, stellen diverse bronnen. Het wegvallen van die levenslijn zoals tijdens de voorbije coronapandemie was dan ook zondermeer een economische ramp voor veel Balinezen.

 

Kaartenhuisje

Dat blijkt ook uit de cijfers: sinds 2005 heeft Bali jaar na jaar het aantal bezoekers, nationaal en internationaal, alsmaar crescendo zien gaan, van 1,39 miljoen drie jaar na de Kuta-aanslagen tot 6,28 miljoen in 2019. De Coronacrisis deed die bezoekersaantallen als een kaartenhuisje in mekaar stuiken: in 2021 landden welgeteld 51 internationale gasten op het eiland. Sindsdien boomen echter de bezoekersaantallen en worden maand na maand records gebroken. Afgelopen jaar noteerde het lokale statistisch bureau meer dan 15 miljoen gasten, en in de eerste zeven maanden van 2024 groeide het aantal buitenlandse bezoekers alvast met bijna een kwart tegenover 2023, met Australiërs, Chinezen en Indiërs als absolute toplanden.

In de officiële statistieken moet je met het vergrootglas zoeken naar het aantal Belgische bezoekers, en die zijn in vergelijking met onze zuider- en noorderburen bescheiden. Maar toeval of niet, tijdens een recente productpresentatie signaleerden meerdere reisprofessionals dat ze klanten richting Bali stuurden.

 

Bakermat

Het bewijst dat het eiland een blijvende aantrekkingskracht geniet. Kuta Beach en omgeving geldt als de bakermat van het toerisme op Bali. Taxichauffeur Ketut heeft meer dan een halve eeuw ervaring in de sector en brengt in herinnering dat “tien dagen na de aanslagen in 2002 het hier al opnieuw druk was. Wij eilanders zijn heel gastvrij en tolerant, maar locals waren zo boos op die bommenleggers dat ze zelfs de gevangenis waar die gasten waren opgesloten, wilden bestormen.” Drukte staat voor veel Balinezen symbool voor business en dus inkomen…

Dan zit je helemaal goed in Kuta Beach en Legian (de plek van de aanslagen in 2002). “Kuta beach: surfers’ paradise” staat met grote letters op de dijk, en de baai annex breed strand waar surfers zich meten met de schuimende golven, ogen inderdaad heel fraai. De eindeloze cafés, restaurants, shops met dezelfde T-shirts en/of souvenirs, massagehuizen (indien gewenst met ‘happy ending’, fluistert een dame me in het oor) of zelfs bierfietsen zijn beduidend minder onze meug. Maar ze dingen wel nadrukkelijk en luidruchtig naar de aandacht van de bezoeker/toerist/partyganger.

 

En toch bezorgt deze plek me ook kippenvel. Het sobere Bali Bombing Memorial, met zijn meer dan 200 namen van dodelijke slachtoffers, is een stille maar o zo indrukwekkende aanklacht tegen fanatisme. De woorden van mijn taximan over tolerantie zinderen nog lang na…

 

 

Luidruchtig gaat het er ook aan toe in Jimbaran. Een diner op het strand daar staat duikt ook wel eens op in de reisprogramma’s. De setting is aangenaam, als je tenminste kan leven met karaoketoestanden en luide muziek als omgevingselementen tijdens dat etentje. Het ruisen van de zee en aanrollen van de golven worden helemaal overstemd, en ook de in de verte landende vliegtuigen op Bali Airport maken geen kans tegen het enthousiasme van de lokale dj’s en speakers.

 

Schaduwzijden

Het lijken ingrediënten die je associeert met (feest)bestemmingen elders op deze planeet, plekken die niet per se geassocieerd worden met kwaliteits- en respectvol en duurzaam toerisme. Maar Bali is gelukkig zoveel meer: paradijselijke stranden, tropische temperaturen en verwennerij zijn op heel veel plaatsen standaardingrediënten van je vakantie en verblijf op Bali.

Maar er zijn helaas ook schaduwzijden. In gesprekken met lokale ingewijden duikt wel eens het begrip overtoerisme op. Veel Balinezen zijn van afkomst landbouwers, klinkt het. Zeker langsheen de meer dan 600 km lange kustlijn worden boeren blijkbaar verleid om hun gronden te verkopen of via langdurige leases aan buitenlanders over te laten. Een buitenlander kan officieel geen eigendom bezitten in Indonesië, maar via stromannen wordt dat achterpoortje blijkbaar netjes omzeild. Op de bewuste gronden verrijzen dan vaak villa’s voor buitenlandse gasten. Net om dat fenomeen een halt toe te roepen, is in Noord-Bali al een bouwverbod afgekondigd, vernamen we. Maar evenzeer wijst men op de vaak lakse toepassing van bestaande regels…

“Onderschat het gevolg van zo’n verkoop niet. De boer in kwestie krijgt weliswaar plots een smak geld in handen. Maar eenmaal dat geld op is, zijn hij en/of zijn kinderen vaak verplicht om naar een ander eiland te verhuizen of ongeschoolde en onderbetaalde jobs in de toeristische sfeer op te nemen,” luidt het. Het verhaal krijgt zelfs een cynische ondertoon als blijkt dat de familie in kwestie als huisoppas of poetshulp aan de slag moet gaan in de villa die op de voormalige grond van de familie is opgetrokken, maar nu in handen is van buitenlanders.
Bovendien, transmigratiepremies die de Indonesische overheid voorheen gaf om overbevolking op Java en Bali te counteren, zijn afgeschaft. Dat zal mensen op Bali, de facto toch de melkkoe van ’s lands toerisme, zeker niet stimuleren om te vertrekken.

 

“Nieuw Moskou”

Een locatie waarnaar al eens verwezen wordt, is symptoom van dat overtoerisme is Canggu, tussen Kuta en Tanah Lot, een tempel aan de westkust die in alle reisgidsen wordt aangeprezen. Dit voorjaar ontstond commotie toen bleek dat Google Maps Canggu als ‘New Москва’ of Nieuw Moskou had geboekstaafd. Lokale en nationale autoriteiten minimaliseerden de impact: “Russen zijn niet de grootste groep bezoekers op Bali. Hun aanwezigheid biedt kansen, zolang onze normen, waarden en regels worden gerespecteerd,” meende de nationale minister van Toerisme.

 

Locals zijn veel minder enthousiast. Taxichauffeuse Kimi, die me het fenomeen signaleerde, was formeel: “Little Moskou? Zeg maar Groot Rusland. Russen vormen een vrij gesloten gemeenschap. Ze leasen eigendommen en villa’s voor lange duur en verhuren die aan landgenoten. Ook op andere manieren houden ze alles liever binnen hun gemeenschap. Wij serviceproviders verdienen aan hen niks.”
Het fenomeen is niet enkel beperkt tot de landgenoten van Vladimir Poetin. Australiërs of rijke Javanen laten zich evenmin onbetuigd om gronden, terreinen en jobs in te pikken. “Bali is nu eenmaal dé toeristische attractiepool van heel Indonesië. Hier vind je jobs en/of opportuniteiten, zelfs als straatverkoper.”

Middenklasse

Een factor die ook niet te onderschatten is: Indonesië is een van de Aziatische tijgers, en ook hier is de voorbije decennia stilaan een middenklasse ontstaan. “Die mensen werken zich op, kopen een auto en beginnen ook te reizen. Alleen is de infrastructuur niet per se meegegroeid.”

Het gevolg laat zich raden: het gros van de (tweebaans)wegen slippen dicht en files doen de reistijden soms flink oplopen. Taxichauffeurs proberen zengewijs, zonder claxonneren, te laveren door de drukte, motortaxi’s slalommen iets makkelijker langs alle hindernissen -of ze wijken uit naar het voetpad zoals in Legian. Wees alert als je daar rondwandelt, krijg ik als advies mee…

Als de avond valt en we de drukte van West-Bali hebben ingeruild voor het gemoedelijke Sanur zitten de terrasjes ook daar aardig vol. Het is aangenaam warm, hongerige magen en dorstige monden worden gepast gevoed en bediend. Op zo’n moment besef je ten volle de kracht en troeven van dit eiland. Maar het succes van Bali noopt evenzeer tot zorgzaamheid -opdat toekomstige generaties ook nog van dat stukje paradijs kunnen genieten. (EB)

 

Praktisch: Je visum voor Indonesië kan je ‘on arrival’ verkrijgen (kost zo’n 33 euro). De immigratieprocedure verloopt automatisch en vlot. Andere vereiste documenten vindt je hier. 

Lees ook: Via via reiscafés landen op Bali

(foto’s @ Travel Like A Pro, Pixabay & Unsplash)