22/10/2022- Verbluffende landschappen en kliffen/fjorden die uitnodigen om de wandelschoenen aan te trekken. Gemoedelijke dorpjes waar het leven lijkt stil te staan. Eilanden waar meer schapen grazen dan er inwoners zijn, waar James Bond begraven ligt, en die, tot onze verbazing, zelfs Belgische connecties blijken te herbergen… Dat is het recept van de indrukwekkende Faeröer-eilanden, die 9 reisagenten én Travel Express Benelux met touroperator Imagine Travel onlangs mochten ontdekken. Een intrigerende en beklijvende mix van natuur/cultuurpracht die zelfs de meest ervaren reisagenten volledig in de ban weet te slaan.

“Ik heb verschillende mensen moeten uitleggen waar de Faeröer eilanden liggen toen ik vertelde dat ik mee op deze studiereis kwam.” Deze opmerking noteerden we tijdens de heenreis meermaals uit de mond van de aanwezige reisagenten. Kort gesitueerd: we zetten koers naar de noordwestelijke uithoek van de Atlantische Oceaan, grofweg in een driehoek tussen Schotland, IJsland en Noorwegen. Staatkundig zijn de 18 eilanden en de 51.000 inwoners onderdeel van Denemarken, maar toch hebben ze een aparte, autonome status. Formeel maken ze trouwens geen deel uit van de Europese Unie en de Schengenzone.

 

Tunnels

Toch valt er geen zweem van paspoortcontrole te merken bij aankomst op de luchthaven van Vágar, een van de westelijke eilanden en thuisbasis van de lokale airline Atlantic Airways. De (kleine) luchthaven is nog een erfenis uit de Tweede Wereldoorlog toen de Britten, als reactie op de bezetting van Denemarken door Nazi-Duitsland, de eilanden inpalmden en er een landingspiste hebben aangelegd. Kapitein Fjørdoy zorgt ervoor dat onze eerste kennismaking met Faeröerse bodem zacht verloopt: de Airbus landt gezwind, de kapitein en zijn crew hebben zelfs even tijd voor een groepsfoto. “Maar we moeten seffens nog naar Kopenhagen,” klinkt het. De Deense hoofdstad is een van de reguliere bestemmingen van de maatschappij. Parijs, waar wij vertrokken, wordt enkel in het zomerseizoen aangevlogen.
Vágar is het op een na meest westelijke eiland van de Faeröerarchipel. Het westelijke vogeleiland Mykines waar onder andere de olijke puffins of papegaaienduikers nesten, is eind september niet meer te bezoeken: de meeste van de meer dan 300 vogelsoorten zijn al vertrokken, zo blijkt. Maar het maakt van de eilandengroep wel een droombestemming voor vogelaars.

Op goed 45 minuten sta je in de hoofdstad Tórshavn. Ook dat zijn de Faeröer: de hoofdeilanden zijn door een reeks onderzeese tunnels met elkaar verbonden. “Je moet weten: goed een eeuw geleden waren er geen of amper wegen op deze eilanden. Momenteel wordt de nieuwste tunnel gebouwd, tussen Streymoy en het zuidelijke eiland Sandoy. Dan zijn de belangrijkste eilanden direct met elkaar verbonden. We hebben op de Faeröer zelfs het enige onderwater-rondpunt ter wereld,” geeft onze erudiete gids Per Hansen niet zonder trots mee.

 

Tórshavn

De hoofdstad is de facto enige echte stad op de eilanden. Hier woont bijna de helft van de bevolking, zijn de belangrijkste diensten te vinden, lokale boetieks (zoals het hippe Guðrun & Guðrun of Oström met een aanbod lokale designers en producten), kunst in de openbare ruimte en best wat gezellige cafés en restaurants.

Wat dat laatste betreft: het culinair aanbod op de Faeröer is verrassend divers en best lekker -al hebben we ons niet meteen gewaagd aan lokale specialiteiten zoals walvisblubber of gefermenteerd schapenvlees, onmisbare ingrediënten voor een feestbuffet, klinkt het. “Het is best grappig,” zegt kapitein Sigmund als we een rondvaart maken rond het kleine eilandje Hestur: “Locals plukten vroeger de schelpen die tegen de rotswanden aangroeien. Nu worden die geserveerd in het sterrenrestaurant Koks.” Koks (intussen verhuisd naar Groenland) is inderdaad een van de culinaire hotspots, maar hun keuken grijpt doelbewust terug naar lokale basisrecepten. “De eilanders waren eertijds arm en leefden van wat de zee en het land aanleverden. Als je nu bekijkt waar we staan en naartoe gaan (men wil klimaatneutraal zijn tegen 2030!), dan hebben we een gigantische evolutie doorgemaakt,” weet ook Per. Eén voorbeeld: tegenover hotel Hafnar staan een hele schare kinderwagens verzameld: Olivia blijkt een gloednieuw koffiehuis voor jonge mama’s te zijn waar zij en hun jonge kroost even kunnen bijpraten. “Een prima initiatief, heel leuk voor ons,” laat een van de mama’s zich ontvallen.

Het illustreert hoezeer de moderniteit ook in Tórshavn opgeld maakt. En toch voelt dit vooral als een gemoedelijke plek op mensenmaat, gezellig om al flanerend te ontdekken. Slow travel à la Faeröer wordt hier tot kunst verheven.

 

Over Congo en voetbal

Net omdat iedereen hier iedereen blijkt te kennen, is de kans niet gering dat je op de Faeröer verrassende ontmoetingen hebt. Onze gids heeft aan het oude kerkhof een verhaal verteld over een lokale missionaris die in het begin van de 20e eeuw als zendeling in Congo heeft gewerkt, een kwartier later stelt hij me voor aan de auteur die het verhaal van Daniel Danielsen te boek heeft gesteld. Óli Jacobsen heeft zich verdiept in het levensverhaal van alle 300 overledenen op de begraafplaats, maar is bijzonder geïntrigeerd geraakt door het verhaal van missionaris Danielsen. “Toen hij naar Congo werd gestuurd, had hij een fototoestel mee. Hij heeft als begeleider van de Britse consul de foto’s genomen van de afgehakte handen van Congolezen die het slachtoffer waren van Leopold II’s campagne om steeds meer rubber in zijn privédomein te winnen. Die foto’s liggen mede aan de basis van een campagne die in de beginjaren van de 20e eeuw in Groot-Brittannië losbarstte tegen die barbaarse praktijken. Wist u dat niet?” Ik sta perplex en moet ootmoedig toegeven dat ’s mans rol in deze mij totaal onbekend in de oren klinken. Ik had nooit vermoed dat vanuit de Faeröer zo’n relevante bijdrage tot de Belgische geschiedenis is geschreven!
Het mag ook wat speelser: tijdens onze passage blijkt de nationale voetbalploeg haar laatste duel in de Nations League te spelen tegen Turkije. Altijd interessant, zeker als blijkt dat twee lokale helden professioneel op Belgische velden actief zijn: Jóan Símun Edmundsson speelt bij SK Beveren, Samuel Chukwudi komt uit voor Union. Wind, regen en een aankomende storm maken van de partij in het Tórsvøllurstadion (op kunstgras) geen walk in the park. De Faeröer verslaan verrassend Turkije en Edmundsson scoort zelfs de winning goal. Feest!

 

Landschappen

Hoe leuk de hoofdstad ook moge zijn, je ontdekt de Faeröer en zijn verbluffende landschappen pas echt door op pad te gaan. Maar waar je ook gaat, de oceaan is omnipresent. Volgens een lokaal gezegde is de zee, waar je je ook bevindt, nooit meer dan vijf kilometer weg. Het intussen flink uitgebreide netwerk aan wegen slingert zich langs fjorden, inhammen en baaien met adembenemende vergezichten en panorama’s, achter elke bocht dient zich een nieuwe fotostop aan!

“De eilandengroep is 50 tot 55 miljoen jaar geleden ontstaan door vulkaanuitbarstingen. De zee en het klimaat hebben de Faeröer door de eeuwen verder vorm gegeven,” klinkt het. En die natuurelementen uiten zich ook in de alomtegenwoordige kleuren groen (gras, ook als dakisolatie), zwart (vulkanisch basalt) en wit (watervallen). Eenmaal je Tórshavn achter je laat, voelt het alsof je snel door het groen van de landschappen wordt opgezogen. Ja, er duiken geregeld huizen en dorpjes op, er is verkeer, maar bijwijlen lijkt het evenzeer dat je op de Faeröer even helemaal alleen op de wereld bent en je slechts een stip bent in dat oneindig ogende groen. De rust die van de omgeving uitgaat, is indrukwekkend. Meer zelfs, als kapitein Sigmund zijn RIB-boot de Klæmintsgjógv grot (op Hestur) inloodst en plots muziek van Eivør Pálsdóttir door de boxen schalt, krijgen de Faeröer zelfs een magisch karakter. Een kippenvelmoment!

Het is beslist niet de enige of laatste keer dat mijn medereizigers een wauwkreet onderdrukken. Elephant Cliff tijdens de boottocht in de baai van Vestmanna (op Streymoy), de watervallen van Gásadalur (op Vágar), het uitkijkpunt over de baai van Norðadalsskarð en de fjord aan de lokale gevangenis (beide op Streymoy), de route langs de hoogste berg Slættaratindur nabij Gjógv (op Esturoy), maar evenzeer het lokale Copacabanastrand of Tjørnuvík waar lokale surfers de wilde golven trotseren op de noordkust: het is maar een summiere greep uit een lange lijst plekken die van eenieder in een mum van tijd een Faeröer-aficionado hebben gemaakt. “De Faeröer zijn de onontdekte parel van Scandinavië,” had begeleider Wouter Debaets van Imagine Travel bij aanvang van deze trip gesteld. Het blijkt een understatement…

 

Erfgoed op de Schapeneilanden

Even typisch als de landschappen zijn de vrij grazende schapen. De naam Faeröer is trouwens een oude benaming voor ‘schapeneilanden’, zo blijkt. En de viervoeters zijn met velen, zo’n 70.000 in totaal, en je kan ze op de meest onmogelijke plekken spotten: steile hellingen, kliffen, bergwanden. Zolang er gras groeit, zijn de grazers niet ver weg. De schapen zijn zelfs ingezet om Google Streetview naar de Faeröer te lokken: Sheepview 360° heette het initiatief. De dieren leveren nog steeds het plaatselijke goud, en die wol wordt door locals verwerkt tot truien en ander huisgerief.
Net zoals bij de walvisvangst illustreert het nogmaals hoezeer lokale tradities en erfgoed hier ingebed zijn en met respect worden bejegend. Kleine, lokale musea zoals de boerderij Dúvugarðar in Saksun (op Streymoy) of het museum van Blásastova in Norðragøta (op Eysturoy) hebben een hoog Bokrijkgehalte, maar maken duidelijk hoe hard het leven hier eertijds was. Schapenhoorns werden versmolten tot eetlepels, elk dorp had eigen breipatronen zodat bij eventuele calamiteiten aangespoelde vissers konden worden herkend aan de hand van hun pulls. In Við Áir, op de oostkust van Streymoy, wil men een oud walvisvaardersfabriek ombouwen tot walvismuseum. Bezoekers met interesse in lokaal erfgoed komen dus zeker aan hun trekken.

Nog zo’n plek met historisch belang is de oude kathedraal van Kirkjubøur, vandaag een ruïne in een majestueus kader, ideaal voor een leuke groepsfoto. Godshuizen zijn overigens alomtegenwoordig op de eilanden, maar de kerk van Gøtugjógv is toch wel bijzonder, vooral dankzij de moderne glasramen van Tróndur Patursson, een van de belangrijkste lokale kunstenaars. Hij is ook verantwoordelijk voor het befaamde, kleurrijke rondpunt in de tunnel die Eysturoy en Streymoy verbindt. Ook de in vele kleurtjes geschilderde houten dorpshuizen geven de eilanden cachet.

Over een aspect van het boomende lokale toerisme hebben we het nog niet gehad: op de verschillende eilanden van de Faeröer-archipel is een heel netwerk (elementair bewegwijzerd) aan wandelroutes voorradig. Wij trokken onze wandelschoenen aan voor een tocht naar de kliffen van Trælanípan, langs het ‘drijvende’ meer van Leitisvatn -dat ligt pal in de aanvliegroute van de luchthaven.
Dit is een relatief eenvoudige wandeling door een overwegend vlak landschap, maar de toeristische dienst heeft een brochure uit waarin een ruime selectie wandelingen vervat zit, van poepsimpel tot uitdagend. “We hebben hier nu ook pictogrammen in het Chinees gezet. Precorona zagen we meer Chinezen opduiken, maar die hebben wel eens de neiging om risico’s te nemen op de kliffen. Die kunnen immers afbrokkelen,” legt de parkwachter uit. Wij voelden niet meteen aandrang om het lot te tarten en een duik van 150 meter in zee te wagen…

Over toeristen gesproken: het toerisme op de Faeröer boomt inderdaad, met alsmaar stijgende bezoekersaantallen het voorbije decennium -al blijft het een peulschil in vergelijking met wat de vis(verwerkende) industrie aan deviezen oplevert. Tijdens onze verkenning botsten we zelfs op vier landgenoten die hier vakantie kwamen doorbrengen! Het toont dat ook Belgen best wel bereid zijn om buiten de gangbare vakantiepaden te kleuren. Wouter van Imagine Travel heeft alvast een rondreis uitgestippeld met logies op diverse eilandlocaties.
De reden voor het Faeröerse succes is niet ver te zoeken: de dunbevolkte eilanden en prachtige natuur zijn precorona meermaals door internationale media getipt als een mustseebestemming en de opstart van nieuwe verbindingen door Atlantic Airways (Smyril Lines verzorgt ferryverbindingen met Denemarken en IJsland) heeft ook zijn duit in het zakje gedaan. En dan is er natuurlijk nog James Bond. In de laatste Bondfilm No time to die laat de geheimagent het leven op de Faeröer. De eilanders hebben hem een grafsteen gegeven op het noordelijke eiland Kalsoy. Ook de crimireeks Trom heeft de archipel als decor.

 

En dan slaat het weer om

Na twee mooie en zelfs zonnige dagen slaat het weer om. Er is storm op komst, melden alle weerapps. De valleien en fjorden worden door een mistgordijn omhuld, de regen en gure wind maken rechtoplopen tot een uitdaging, klaterende beekjes zijn plots woest schuimende watervallen geworden en in de baaien beuken aanrollende golven aanhoudend op rotsen en strand. “Dit is ook de Faeröer”, zeggen chauffeur en gids unisono.Het maakt meteen duidelijk hoe deze eilandjes, in wezen speldenprikken in de oceaan, onderhevig kunnen zijn aan de klimatologische omstandigheden. Het contrast met de zon-dagen is groot, maar ook leerrijk. Er zijn vannacht zelfs sneeuwkorrels neergedwarreld op de heuveltoppen.

De naweeën laten zich extra voelen bij vertrek: terwijl de Airbus opstijgt, voelen de passagiers achteraan in het toestel des te harder dat de weergoden nog niet helemaal tot bedaren zijn gekomen. Maar de vlinders in de buik en herinnering aan een beklijvende ervaring blijven nazinderen… (EB)

Foto’s @EB voor Travel Express Benelux/Travel Like A Pro

 

Faeröer praktisch:

* Travel Express/Travel Like A Pro reisde op uitnodiging van Imagine Travel met begeleiding van Wouter Debaets naar de Faeröer. De meereizende reisagenten waren Christian Marin (Voyages Marin), Arianne Wellekens (Avitour Calypso), Carina Moyaerts (Jowi Reizen), Leontine Devos (World of Travel), Martine Ernotte (Martine Voyages), Valérie Vancutsem (De Postiljon), Marleen De Neef (TUI Mechelen), Wendy Van Loock Uniglobe Robins travel), Aurélie Marchand (Select Travel Luxemburg),

* We logeerden achtereenvolgens in het boutiquehotel Hafnar, Hilton Garden Inn en hotel Føroyar.

* Meer over de Faeröer eilanden vind je op https://visitfaroeislands.com & https://guidetofaroeislands.fo