16/06/2020- De Belg wil blijven reizen, vooral ook naar het buitenland, maar kijkt -voornamelijk door Corona-voorlopig nog wel even de kat uit de boom. Dat blijkt uit het recentste GFG Travel Intentions Report dat het Garantiefonds Reizen ism met ABTO (Association of Belgian Tourorganisers) standaard 4 keer per jaar laat uitvoeren door een gerespecteerd marktonderzoeksbureau.

71% van alle Belgen plant binnen de 12 maanden op vakantie te vertrekken (tegen 82% vóór corona), 1 op 3 wacht daarmee sowieso liever tot volgend jaar. 18% weet nog niet wanneer hij wilt vertrekken.

Verschuiving reisdata

Wie dit jaar nog wil vertrekken, kijkt naar eind augustus of de herfst. Voor de zomer verschuift dus een deel van juli naar eind augustus, wat atypisch is voor België.
20% van alle Belgen denkt pas in 2021 te boeken, 16% geeft aan nog niet te weten wanneer hij zal boeken. De perspectieven geboden door de tegoedbonnen spelen daarbij zeker een rol.

Wie helemaal geen reisplannen heeft (29% van alle Belgen) voor de komende 12 maanden haalt voornamelijk de coronacrisis (33%) aan als reden om niet te vertrekken. Andere redenen zoals het gebrek aan budget (24% t.o.v. 26% vóór corona), het feit dat ze al geboekt hebben (12% t.o.v. 19% vóór corona) en de keuze om voor andere projecten te sparen (status quo op 16%) worden iets minder aangehaald als reden om niet op reis te gaan.

Europese bestemmingen in de lift

Een vakantie in eigen land ziet lang niet iedereen zitten, zoveel is duidelijk: 14% van alle Belgen die nog reisplannen heeft denkt in België te blijven, tegen 10% vóór corona. Verder zitten Europese bestemmingen in de lift (72% tegen 67% vóór Corona) met Nederland als sterkste stijger en nieuwkomer in de top 3. Frankrijk staat ondanks een verlies in marktaandeel toch nog op nr. 1, gevolgd door Spanje, Nederland, Italië, Griekenland en Portugal. Wie deze landen niet zou kiezen als vakantiebestemming geeft de gezondheidscrisis als één van de belangrijkste redenen. En toch staan geen van deze landen in de top 40 van landen waar we liever niet op vakantie willen gaan. In die lijst is er weinig evolutie te zien.

Autovakanties winnen terrein

Zowel het vliegtuig als de bus delen in de klappen, ten voordele van de eigen wagen. Die biedt meer zekerheid en vermijdt vooral grote massa’s. En die angst voor de massa blijft opduiken: ook al kiest nog steeds 39% voor een vliegvakantie, zien we dat meer mensen zouden willen vertrekken van een regionale, kleinere luchthaven, met per definitie minder volk en minder lange rijen aan de controleposten.

 

50% blijft kiezen voor hotelvakantie

Wat verblijfsaccomodaties betreft, verliezen hotels en (jeugd-)herbergen aan interesse, maar 1 op 2 blijft toch kiezen voor een vakantie op hotel. Voor de anderen zien we een shift naar campings of het huren van een villa, appartement of chalet. Ook opmerkelijk is het stijgende aantal mensen die aangeeft een tweede verblijf te hebben en dat nu ook te verkiezen voor hun vakantie.

Meer reisbudget

Opvallend: We wachten liever wat langer, maar dan gaan we wel alles geven! Financieel zijn we bereid om meer uit te geven op vakantie, tot maar liefst 11,5% meer per persoon. Bovendien gaan we voor actievere vakanties met veel wandelen, lopen en fietsen.
Ook een opvallende vaststelling in het rapport: Niemand twijfelt nog aan het belang en het nut van een verzekering tegen het financieel onvermogen, eerst na het faillissement van Thomas Cook en nu na COVID-19. Het boeken via een erkende reisorganisator verzekert de reiziger immers niet alleen tegen faillissementen van de reisorganisator, maar ook eventuele tegoedbonnen, waaronder de COVID-19 vouchers, zijn door die verzekering gedekt.